




Oriëntatieklas
Combinatie cognitie en praktijk:
De oriëntatieklas is een groep met leerlingen in de leeftijd van 14 t/m 15 jaar. Deze leerlingen worden (in principe) in één jaar “klaargestoomd” voor de praktijkgroepen. Het lesprogramma van de groep richt zich op het toepassen van de cognitie n de praktijk en het aanleren van een aantal praktische basisvaardigheden.
De praktische vaardigheden worden eerst intern aangeboden (schoonmaken in school, kluskunde), maar later ook extern geoefend. (schoonmaken in het buurthuis.) Op deze manier ontwikkelen de leerlingen praktische vaardigheden en een goede werkhouding. Aan het eind van het jaar kiezen de leerlingen (samen met de leerkracht en ouders) hun uitstroomrichting. Binnen school zijn dat winkel / magazijn en horeca / facilitair.
Cognitie:
In de oriëntatieklas wordt nog veel aandacht aan lezen, taal en rekenen besteed. Dit houdt in dat er drie keer in de week (mondelinge) taal en rekenen wordt aangeboden. Ook wordt er elke dag gekeken naar het Jeugdjournaal en wordt hierover gepraat. Het technisch lezen wordt geoefend door de dag te beginnen met een kwartier stillezen. Tijdens het praktisch werken is wordt de cognitie ondersteunend ingezet. Zo oefenen we het lezen door middel van het lezen van recepten, instructies en gebruiksaanwijzingen Het rekenen komt uiteraard terug bij het klokkijken, het afwegen van hoeveelheden in de keuken en het geld rekenen in de praktijk.
Praktijk:
Uiteraard wordt er In de oriëntatieklas praktijk veel aandacht besteed aan het aanleren van praktische vaardigheden.
Kluskunde:
Bij dit vak leren de leerlingen schoonmaken in en om de school, ze doen de was, maken een koffie- en theeronde, wassen de ramen wassen en voeren nog veel meer klussen uit.
Koken:
Een keer per week makend de leerlingen twee verschillende soorten soep. De dag erna wordt de soep verkocht in de kantine. Tijdens het vak koken komen diverse vaardigheden aan bod: de leerlingen leren recepten lezen, ze leren diverse snijtechnieken. Ook is er veel aandacht voor het gedrag in de keuken waarbij met name gelet wordt op veilig werken, samen werken, hygiënisch werken en het leren uitserveren van soep.
Zelfstandig reizen:
bij dit vak beginnen we in de groep met een theoriegedeelte. Vervolgens krijgt iedere leerling een OV kaart en wordt er gekozen voor reizen met de bus of de trein. Hierbij wordt het in-/uit checken geoefend evenals het lezen van de bus en treintijden en het digitaal klokkijken, Ook is er uiteraard aandacht voor het juist toepassen van verkeersregels en veilig gedrag in het verkeer.
Facilitair:
Het vak kluskunde wordt zowel binnen als buiten de school gegeven. Twee keer in de week maken we schoon in een buurthuis. (“Tuinpad” Bessemoerstraat en “Sonde 2000” Eikenlaan) Op deze manier worden de praktische vaardigheden en schoonmaak technieken die op school zijn zijn aangeleerd op een externe locatie in de praktijk gebracht.
Sociale vaardigheden:
Natuurlijk is er veel aandacht voor het omgaan met elkaar, het samen werken en het respecteren van anderen en hun meningen. Dit oefenen we in theorie, maar nog veel meer in de praktische werksituaties. De ervaring leert dat respectvolle omgang met anderen en goed kunnen samenwerken en doorwerken van doorslaggevende aard is voor een succesvolle uitstroom naar werk.
Met haar vakken aanbod vormt het jaar de oriëntatieklas een goede voorbereiding op het lesprogramma in de praktijkgroepen.